Woensdag 13 april verzamelde als vanouds inwoners van Niekerk, Oldekerk en Faan zich bij de Liudgerkerk. De traditionele haringuitreiking kon na twee jaar weer plaatsvinden.
Interim-voorzitter Harry Huisman proefde de eerste haring en gaf daarmee het startsein voor 547e editie van deze traditie. Ook Ard van der Tuuk was aanwezig. Als burgemeester van de gemeente Westerkwartier en als secretaris van de stichting. Ook medebestuurslid Elles Dost van woningcorporatie Lefier was erbij.
Boerenwagen met koetsier
Traditiegetrouw reed er een boerenwagen door de straten van Niekerk, Oldekerk en Faan. De bijrijder luidt de bel om de dorpsbewoners te attenderen op de haringen. Met een bakje of zakje komen zij vanaf 16.30 naar de kerk. Vrijwilligers reiken ze uit, met of zonder uitje.
Uitreiking twee jaar uitgesteld
In 2020 en 2021 heeft er geen uitreiking plaatsgevonden. De Menno Jeltema Stichting had dit besloten naar aanleiding van de maatregelen die het kabinet getroffen had vanwege het coronavirus.
Legaat van Menno Jeltema
De haringuitreiking vindt zoals gebruikelijk op de woensdag voor Pasen plaats. De traditie ontstond toen Menno Jeltema in 1476 een legaat naliet aan de voogdij van het Pepergasthuis te Groningen. Menno Jeltema liet daarmee landerijen onder het Faan na aan het Pepergasthuis, onder de eeuwigdurende verplichting, dat jaarlijks onder de armen van het Faan een ton haring zou moeten worden uitgereikt. De voogdij heeft zich elk jaar aan deze verplichting gehouden. In 1979 besloot de voogdij om deze verplichting af te kopen. Sindsdien is een stichting opgericht, die zich ten doel stelt om deze traditie in stand te houden. De haringen zijn tegenwoordig bestemd voor alle inwoners van Niekerk, Oldekerk en Faan.
Voortbestaan van de traditie
In 2018 overhandigde de voormalige gemeente Grootegast tijdens de haringuitreiking een cheque ter waarde van twintigduizend euro. Deze schenking was bedoeld om de eeuwenoude traditie in stand te houden.
Sinds 30 september 2017 is deze traditie uit 1476 officieel toegevoegd aan de ‘Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland’.