De provincie Groningen komt met de nieuwe beleidsregels voor intensieve veehouderij tegemoet aan de ondernemers met een tweede tak en de kleinere bedrijven. Dat is de reactie van de afdeling Groningen van LTO Noord op de nieuwe beleidsregels die Gedeputeerde Staten van Groningen gisteren hebben vastgesteld. Belangrijk onderdeel van de beleidsregels is dat het onderscheid tussen hoofd- en neventak vervalt. Het bouwblok bepaalt de ruimte voor ontwikkeling. De grootte is afhankelijk van de kwetsbaarheid van het landschap en varieert van maximaal 1 hectare tot maximaal 2 hectare. Via maatwerk wordt per situatie bekeken wat de ruimte kan zijn.
LTO Noord vindt het belangrijk dat Gedeputeerde Staten de regelgeving hebben aangepast ten gunste van de ondernemers met een tweede tak en de kleinere bedrijven. Dit was de inzet voor de organisatie bij de behandeling van het provinciaal omgevingsplan (POP) vorig jaar. LTO Noord steunt de maatwerkbenadering en daarmee een zorgvuldige inpassing van nieuwe bedrijfsgebouwen. Alleen met ontwikkeling van de bedrijven kunnen investeringen in milieu, dierenwelzijn en veranderende eisen van de markt worden gerealiseerd, stelt de organisatie.
Het zou goed zijn als de nieuwe lijn na enige tijd wordt geëvalueerd, om daarmee te bepalen of ook de gewenste ontwikkeling in kwetsbare gebieden is gerealiseerd, vindt LTO Noord. Juist in kleinschaliger landschappen, zoals het Westerkwartier liggen veel kleinere intensieve bedrijven in de dorpskom en dat kan milieuhinder geven. Nieuw beleid moet voldoende dynamiek genereren om verbetering in dit soort situaties te brengen.
De provincie past ook de ontheffingsgrens aan. Alleen boven een bouwblok van 1,5 hectare komt de provincie er nog aan te pas. Andere situaties worden overgelaten aan de Groningse gemeenten. LTO Noord Groningen wil het onderwerp de komende maanden opnieuw met de statenfracties bespreken. De nieuwe beleidsregel moet nog aan de Provinciale Staten worden voorgelegd.
bron: LTO Noord, 07/07/10