In de pilot brengt de provincie een deel van het gemaaide gras van bermen en sloten naar boerderijen in het Westerkwartier. Van dit bermmaaisel maken boeren hoogwaardige compost. Deze compost gebruiken ze op hun eigen land. Zo wordt de bodem gezonder doordat het bodemleven wordt gestimuleerd. De proef is een initiatief van stichting Agricycling en duurt tot medio november. Daarna evalueert de gemeente de proef en onderzoekt of ze meer bermmaaisel op boerderijen kan laten composteren.
Bezoek van de wethouder
Op 29 oktober bezocht wethouder Landbouw Hans Haze het boerenbedrijf van familie Beving in Grijpskerk. De boer liet zien hoe het bermgras verandert in compost. De wethouder was enthousiast: “Dit is een prachtig voorbeeld van kringlooplandbouw. We maken van bermmaaisel iets waardevols en helpen de bodem en de boer. Door samen te werken met lokale boeren zorgen we voor een gezondere bodem. Dat is goed voor het milieu en voor de toekomst van onze landbouw in het Westerkwartier.”
Hoe werkt het composteren?
Het bermgras wordt op een lange hoop gelegd en afgedekt met een zeil. Zo kan het gras opwarmen en composteren. De boer meet regelmatig de temperatuur, het vocht en de zuurstof. Dit zorgt voor goede compost zonder onkruidzaadjes of invasieve exoten. De methode heet CMC: Controlled Microbial Composting. Stichting Agricycling controleert de gegevens en geeft een certificaat voor de compost.
Plastic hoort niet in de compost
Tijdens het omwoelen van het gras komt er vaak plastic afval tevoorschijn. Dat moet eruit, omdat plastic slecht is voor de bodem. De gemeente doet dan ook een dringende oproep aan weggebruikers geen afval in de berm te gooien. Hiermee blijven de bermen schoon en krijgt bermgras een tweede leven als compost.