Welkom in Zuidhorn, Wonen, Winkelen, Westerkwartier

Het weer van vandaag en de komende dagen ! Af en toe zon en enkele bui en (te) koel.

Door : Gerard Kiewiet
Datum : 17 juni 2015
16 juni 2015

Op de Foto : Fraaie opklaringen en af en toe de zon er goed bij, 17 juni 2015.

 
Weerspreuk: Juni met veel donder, brengt de oogst ten onder.

Zon op: donderdag: 5.18 uur, onder : 22.02 uur. woensdag: Zonkracht 7.3, sterk !

De woensdag werd een dag te worden die wat temperatuur betreft rond de 20 graden kan uitkomen en dat is al heel wat na de juni koelte die we al veel hebben gehad. Lang konden we niet genieten van de warmte want donderdag zitten we weer onder de 20 graden. Vandaag na een nachtelijke minimum van  7.7 C geregeld zon bij een matige later toenemend tot krachtige zuidelijke wind. De zonkracht vandaag is sterk, 7.1,  dus goed smeren bij langdurige blootstelling van de huid aan de zon is wenselijk. In de avond neemt de bewolking verder toe en kan er enige regen vallen. Het werd woensdag 20.7 C. De zon scheen vandaag 3.5 uur.

In de nacht naar donderdag hadden we enige zeer gewenste regen. Het regende zachtjes door en dat leverde 4.3 mm in de regenmeter op. We zitten met 15 mm nog steeds aan de droge kant maar alles is welkom. Het werd niet kouder dan 12.5 C afgelopen nacht. Donderdag zelf af en toe zon ook veel bewolking en op een enkele bui na meest droog. Er stond veel wind matig tot krachtig en toch nog 0.4 mm overdag erbij aan regenwater.  Het werd 16.3 C en de zon scheen ruim 1.5 uur.

Komende nacht kans op enkele bui bij een graad of 9.

Vrijdag weinig verandering in dit weerbeeld, kleine kans op enkele bui en overdag af en toe zon en bewolking en een graad of 17 en dan blijven we onder de norm voor juni.

 

Word ik sneller bruin bij  16 graden of 30 graden ?

Deze vraag krijg ik vaak gesteld. Ik ben geen zon-specialist maar 1 ding weet ik wel: De zon weet niet of het nu 16 graden is bij ons of 30 graden. Hij schijnt onverminderd door. Hoe schoner de lucht hoe meer (schadelijke) uv en daardoor kun je sneller bruin worden. Dus goed smeren met zonnecreme is geen onverbodige luxe, het liefst met hoge beschermingsfaktor ( 25 of meer). De zon staat nu steeds hoger aan de hemel en daardoor is de UV index ook steeds hoger naarmate de langste dag nadert. Vooral bij diep blauwe luchten zoals zaterdag 6 juni en een uv index van ruim 6, kan het snel gaan met de verkleuring.

We zitten begin juni rond een uv index tussen de 6 en 7 bij onbewolkt weer. In het voorjaar 3 tot 5 naarmate we verder in het seizoen zitten. De hoogste UV index in Nederland is rond de 8. Dit komt niet vaak voor, alleen in juni en soms begin juli. De landen rond de Middellandse zee hebben een uv index van 10 of hoger in de zomer. Als de zon weer lager komt te staan neemt de uv index ook weer af. Dus de temperatuur is niet van belang, het is de straling die het doet, en hoe hoger de uv index hoe sneller bruin dus sneller kans op verbranden als er onbeschermd wordt gezond. De hoogste uv ooit gemeten is op een vulkaan in Bolivia, daar een zonkracht van 43.3 !!! Dat zijn waarden die ook gemeten worden op Mars. Ook hoog in de bergen, waarden van 15 tot 20 en dat is echt gevaarlijk !

Op teletekst pagina 708 bijvoorbeeld staat dagelijks de UV index maar ook boven aan mijn weerpraatje staat iedere dag de verwachte uv index. Als het frisser is heb je de neiging langer in de zon te zitten omdat je niet merkt hoe heet het is. Is het 30 graden dan ben je sneller geneigd de schaduw op te zoeken. Dus wat dat betreft is de kans op bruin worden bij lagere temperaturen in de zomer dan iets hoger maar dat komt omdat je langer in de zon zit. Is het bewolkt dan is er ook nog uv maar meestal is de uv index dan ongeveer de helft lager. Maar de zon: die schijnt wel door, warm of koud, de straling is gelijk bij volop zonneschijn.

 


Schaapscheerderskou

Schaapscheerderskou is de benaming in de Lage Landen voor een koele periode in de maand juni. Deze kan voorkomen tussen 5 en 20 juni. In deze periode is het vaak bewolkt en koud en kan er zelfs nog nachtvorst optreden.

De naam is afkomstig uit de tijd dat in deze periode de schapen geschoren werden.

Zomerweer in juni houdt zelden de hele maand stand. Meestal draait de wind na de eerste zomerse of zelfs tropische dagen van zuid naar noordwest of noord. De zee is nog relatief koud terwijl er door de verhitting van het vasteland een opstijgende luchtbeweging ontstaat die een lagedrukgebied doet ontstaan boven Midden-Europa. Aan de achterzijde van die depressie stroomt aanzienlijk koelere lucht uit het Noordzeegebied Europa binnen. Boven de nog relatief koude Noordzee ligt in deze tijd van het jaar vaak een grijs wolkendek of een gebied met mist dat met de noordwestelijke stroming onze kant op komt.

De felle juni-zon maakt dan plaats voor een grijs wolkendek en zeker in de wind is het ronduit koud. Zo'n weersomslag van warm en zonnig in koel en somber weer is in juni niet ongewoon. Vooral rond het midden van de maand moeten we het vaak bezuren. Schaapscheerders maakten vroeger van deze grijze koele periode gebruik om de schapen te scheren, vandaar de benaming schaapscheerderskou. Vanwege de veelal grote neerslaghoeveelheden en de noordwestenwind spreekt men ook wel van de noordwestmoesson.

Meestal houdt dat koele en sombere weer wel enkele dagen aan, zodat de kale huid van de schapen niet blootgesteld wordt aan de felle junizon. De Schaapscheerderskou is vergelijkbaar met de IJsheiligen, alleen is de afkoeling zo laat in het voorjaar minder groot. Ook is de kans op vorst aan de grond in juni een stuk kleiner, maar temperaturen van iets onder nul zijn in deze maand zelfs op waarnemingshoogte van anderhalve meter zeker niet uitgesloten.

Uit onderzoek blijkt dat de schaapscheerderskou in Nederland doorgaans valt tussen 18 en 24 juni, maar het kan ook eerder of later zijn. Een kou-inval met regen begin juli wordt in verband gebracht met Zevenbroedersdag (10 juli): "Regent het op de zevenbroedersdag, dan het nog zeven weken regenen mag." Voor de invoer van de Gregoriaanse kalender viel deze periode rond Zevenslapersdag (27 juni). Weerspreuken die Zevenslapersdag vermelden bestaan voort naast weerspreuken die Zevenbroedersdag vermelden.

 


Zijn houtkachels wel zo gezellig ?

De schijnbare gezelligheid van houtkachels heeft een heel duistere keerzijde. Nu het weer langer licht is zitten veel mensen buiten en genieten van gezelligheid bij de tuinhaard, maar is dat wel zo gezellig ? De rook die de houtbrokken produceren blijkt zwaar giftig te zijn. Gek genoeg gaan  er bij mensen geen alarmbellen klinken bij houtrook. Bij dieren is dat wel het geval.  Brandt er ergens iets dan zijn de dieren in het wild meteen vertrokken. Hun instinct  roept “gevaar!” Daarnaast produceren stukken hout, nat of droog altijd veel fijnstof.  En fijnstof is heel gevaarlijk. Omdat het reukloos is. Je merkt amper dat het er is. De afkorting PM staat voor 'particulate matter' en is de term voor deeltjes in de lucht.  PM is een verzamelbegrip. Het bestaat uit een groep van stoffen die op verschillende  wijze in de buitenlucht terechtkomen. Veel door de mens veroorzaakte en natuurlijke  bronnen stoten rechtstreeks PM uit: het primaire PM. Industriële processen en allerlei  soorten van verbrandingsprocessen, waaronder in gemotoriseerde voertuigen,  energiecentrales en met name houtverbranding, zijn belangrijke van de mens afkomstige  bronnen van PM. Ook worden deeltjes chemisch gevormd uit gassen zoals  zwaveldioxide (SO2), stikstofdioxide (NO2), ammoniak (NH3) en vluchtige organische  verbindingen. Dit is het secundaire PM. PM 2,5 is heel gevaarlijk.

Onderzoek wijst uit dat deze deeltjes zo fijn zijn dat ze niet  met filters of katalysatoren te vangen zijn. Ze zweven vrij in de lucht rond. En komen  zo via de longblaasjes rechtstreeks in de bloedbaan terecht. En daar begint de  ziekmakende slopende ellende. Mensen met veel weerstand zullen in eerste instantie nog niet  zoveel merken maar ook daarbij wordt de slopende werking van fijnstof op den duur  merkbaar. Het effect stapelt zich op. Dus als de overheid nu zegt: “Er komen geen  gevaarlijke stoffen vrij!” dan liegen ze altijd. Veel wordt geconcludeerd zonder dat er  gemeten is. Gewoon uit de duim gezogen. Maar waarom doet men zoiets? Simpel:  men krijgt bij ingrijpen een hele bult met werk en zoals bijvoorbeeld in de gemeente  Aalburg, maar ook in andere gemeenten, is men beter geoefend in het stapelen van  dossiers dan het oplossen van problemen.  Daar komt nog bij dat er heel veel houtstokers zijn die absoluut niet snappen wat ze  doen en wat voor een schade ze veroorzaken bij henzelf en hun omgeving. Alle  houtkachels en elk houtvuur geeft bergen fijnstof.

Ook de zogenaamde  “milieuvriendelijke pelletkachels” Ook dat is in principe houtverbranding. Het enige  voordeel is dat de stank wat minder zou zijn als de kachel optimaal brandt. Maar het  venijnige is dat fijnstof reukloos is. En dat maakt van een houtkachel een  sluipmoordenaar. Voor de bezitter en voor de omgeving. Tijdens het stoken van een  houtkachel wordt voor de omgeving in een straal van 200 meter de fijnstofgrens vele  uren tientallen keren overschreden en is er sprake van een alarmfase voor de  longen. Naast het fijnstof komen er ook stoffen vrij die te ruiken zijn. Sommigen noemen het  gezellig, maar in feite zijn het 26 kankerverwekkende stoffen die je zomaar  binnenkrijgt. Primitieve kachels, maar ook dure foutgestookte kachels geven een  enorme vieze uitstoot en betekenen een ramp voor de directe omgeving. En de  stokers zijn zulke gezellige mensen. Sommigen maken er zelfs een hobby van.  Denk na voordat je een houtkachel koopt om kosten te besparen ! De schade in de omgeving is groot. ( Bron Clemens van Rijthoven)

Zonnige groet, Gerard Kiewiet

 


 

Laat een reactie achter:










Weer-artikelen Zuidhorn