Welkom in Zuidhorn, Wonen, Winkelen, Westerkwartier

COLUMN van Piety: 4 mei

Door : Piety Veenema
Datum : 4 mei 2016
P1010301 - piety in profiel museumplein 17 mrt 2016

 
 

Ik ben een naoorlogs kind. Van 1955. Maar ik herinner mij dat er in mijn kindertijd nog regelmatig over werd gepraat. Hoewel ik als kleuter nog niet zo goed doorhad wat men met “moffen” bedoelde. Ik dacht vooral aan de warme wanten die wij ’s winters droegen, met liefde gebreid door onze pake Jan. En honger? Dat mochten we ook niet zeggen, want dat hadden ze alleen in de oorlog gehad.  
 

Aan tafel hoorden we het vaakst over die oorlogstijd.  Zo werd mijn vader opgeroepen om voor de Duitsers te gaan werken, maar hij ontsprong de dans door niet thuis te zijn toen ze hem kwamen halen. In tegenstelling tot zijn broer Pieter die in een Duitse fabriek tewerkgesteld werd en daar vlak voor de bevrijding omkwam bij een bombardement. Op 22-jarige leeftijd. Mijn moeder vertelde over een aantal broers die ergens ondergedoken zaten bij een boer. En dan die Duitse soldaat die haar in de bossen van Beetsterzwaag nariep: ‘Annigje, ich liebe dich. O Annigje, ich liebe dich’.  Ze wist niet hoe snel ze zich uit de voeten moest maken. Want dat kon echt niet. Dat mocht niet.

Naarmate ik ouder werd, ging die oorlog steeds meer voor mij betekenen. Mede door de jaarlijkse dodenherdenkingen,  alle oorlogsfilms, -documentaires en de -boeken, zoals “Reis door de nacht” dat ik helaas nooit via de schoolbibliotheek te pakken kon krijgen, maar een aantal jaren geleden dus eindelijk las. Aangrijpend en ontroerend.
 

Aangrijpend vond ik ook DE BUNKER die ik in 2011 bezocht in het grootste oorlogsmuseum van Nederland, in Overloon. Een tentoonstelling over moeilijke keuzes van gewone mensen in de Tweede Wereldoorlog. Ik heb het kaartje  “Wat zou jij doen?” nog.
Zou jij je bijvoorbeeld alsnog vanuit je onderduikadres melden als je een oproep had gekregen om voor de Duitsers te gaan werken en daarmee je familie kon redden? Meteen dacht ik aan oom Pieter, wat werd versterkt in de simulator waar je de impact van een zwaar bombardement kon ervaren. Alsof ik zelf de bommen afwierp in de nacht boven die fabriek in Duitsland, waar oom Pieter stierf. Oom Pieter, naar wie ik ben vernoemd.
 

Kom vanavond met verhalen/ over hoe de oorlog is verdwenen/ en herhaal ze honderd malen/ alle malen zal ik wenen, dichtte Leo Vroman. Verhalen om door te geven, om niet te vergeten.
Op 4 mei zijn we met z’n allen weer twee minuten stil. En wat er in al die hoofden omgaat, wat men denkt? Dat hoeven we niet per se met elkaar te delen. Gedachten zijn immers vrij.
Is het niet zo dat juist die stilte ons allen bindt?

 

Piety Veenema, 4 mei 2016

www.pietyveenema.nl

 





Columns Zuidhorn