buitenpost -
De noordelijke bodemvondstendag, die zaterdag voor de derde keer werd gehouden in het IJstijdenmuseum in Buitenpost, heeft een aantal bijzondere voorwerpen én conclusies opgeleverd.
Lammert Postma, amateur-archeoloog en bestuurslid van het museum, was zeer te spreken over de vondst van een mesje in combinatie met een stukje aardewerk in Zuidhorn. "De versieringen op het aardewerk duiden op de Trechterbeker-periode, de tijd van de hunebedbouwers. Dit betekent dat Zuidhorn 3500 jaar voor Christus werd bewoond. Echt heel bijzonder. Ik ben zelf al 30 jaar met archeologie bezig en heb nog maar drie stukjes aardewerk uit deze periode gevonden", aldus Postma.
Harjo Buikema uit Bedum toonde zijn zilverschat, die hij samen met zijn vriend Klaas Heerema 'ergens' in de provincie Groningen opspoorde met een metaaldetector. Hun vondst bestaat uit 30 zilveren 6-stuiverstukken. "Het bijzondere is dat de munten in een kluitje bij elkaar in de grond zaten. Die moeten in een buideltje hebben gezeten. Zoiets maak je maar eens in je leven mee", glundert Buikema.
Tijdens de beide voorgaande edities van de bodemvondstendag in Buitenpost kwamen ook al bijzondere zaken aan het licht, zoals een zeer zeldzaam Keltisch beeldje in 2007. Deze keer brachten ongeveer 150 mensen een bezoek aan het museum, van wie er 50 voorwerpen uit de bodem meenamen. Hun vondsten werden onderzocht door deskundigen. Brandende vragen waren telkens: wat is het, uit welke periode komt het en wat is het eventueel waard?
16-02-2009 dvhn