Een doorstromer moest gemiddeld 312.000 euro lenen — eveneens een hoger bedrag dan gemiddeld in Groningen, volgens een artikel in het AD.
De gemiddelde starter in Nederland kreeg vorig jaar een hypotheek van 351.000 euro, voor doorstromers kwam de gemiddelde lening uit op 369.000 euro. In de provincie Groningen kwamen die bedragen uit op respectievelijk 275.000 en 289.000.
Dat in bijna een derde van alle gemeenten starters méér hypotheek nodig hebben dan doorstromers, is voor Martin Hagedoorn van De Hypotheekshop een teken dat de huizenmarkt nog lang niet goed functioneert. „Je hebt als je je eerste woning wil kopen eigenlijk altijd wel twee inkomens nodig, plus een bijdrage van je ouders.”
Om het gemiddelde hypotheekbedrag van 297.000 euro te mogen lenen, moeten starters in Westerkwartier een jaarinkomen hebben van 66.000 euro. Als er nog een studieschuld in het spel is — en vaak is dat het geval — ligt dat benodigde inkomen nog wat hoger. In de laatste drie maanden van vorig jaar ging 33 procent van de huizen in de gemeente naar koopstarters, aldus het Kadaster.
De ouderbijdrage is wat Hagedoorn betreft de 'overwaarde' die starters meenemen, en die is van groot belang. „De hypotheek van de gemiddelde doorstromer is vorig jaar minder hard gestegen dan de huizenprijs. Dat betekent dat de overwaarde is gestegen.” Veel woningbezitters, ook in Westerkwartier, zitten inmiddels op luttele tonnen aan overwaarde. De gemiddelde verkoopprijs kwam hier in het laatste kwartaal van vorig jaar volgens makelaarsvereniging NVM uit op 402.300 euro.