Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat moet aanvullend trillingsonderzoek laten uitvoeren bij een aantal huizen langs de spoorlijn tussen Zuidhorn en Hoogkerk, die verdubbeld wordt. Dat heeft de Raad van State bepaald in een zaak die was aangespannen door enkele bewoners en ondernemers uit de omgeving. Het gaat om een tussenuitspraak.
De spoorverdubbeling is nodig om een extra sneltrein te laten rijden tussen Groningen en Leeuwarden. Aannemer BAM Infra is vorig jaar begonnen met de realisatie. De aanpassingen voor de extra trein, waaronder de spoorverdubbeling, worden uitgevoerd binnen het project ESGL: Extra Sneltrein Groningen-Leeuwarden.
De omwonenden en ondernemers langs het spoor hebben beroep ingesteld tegen het tracébesluit ESGL omdat ze vrezen voor geluidsoverlast en andere vormen van hinder tijdens de aanleg van de lijn en daarna als er meer treinen gaan rijden. De ondernemers zijn bang voor negatieve gevolgen voor hun bedrijf. Ook maakten sommige bewoners bezwaar tegen de manier waarop de besluitvorming is verlopen en hebben ze twijfels over nut en noodzaak van het project.
Groencompensatie
De Raad van State verwierp de meeste bezwaren, maar stelde de betrokkenen op een aantal punten in het gelijk. Het ministerie krijgt vier maanden de tijd om aanvullend trillingsonderzoek te doen bij een aantal woningen. Ook moet het ministerie meer rekening houden met de belangen van een melkveehouder door aanvullend onderzoek te doen. De ondernemer verliest grond door het project die nodig is voor groencompensatie. Dat zou volgens de melkveehouder zijn faillissement kunnen betekenen.
Als de Raad van State akkoord gaat met de aanpassingen van het ministerie, dan zal de bestuursrechter een definitieve uitspraak doen. Als dat niet het geval is, dan komt er nog een aanvullende rechtszitting.
bron: Spoorpro
__medium.jpg)
__medium.jpg)
