Gemeentelijke samenwerking op het terrein van de brandweerzorg en rampenbestrijding in noordwest Groningen.
De burgemeesters van de gemeenten Bedum, Grootegast, Leek, De Marne, Marum, Winsum en Zuidhorn hebben de intentie uitgesproken om op het gebied van brandweerzorg en rampenbestrijding (meer) samen te gaan werken.
Op het gebied van brandweerzorg is het uiteindelijk doel om samen een sterkere brandweerzorg aan de burger te kunnen bieden. De burgemeesters constateren dat de schaalgrootte van de 7 afzonderlijke gemeenten over het algemeen te klein is voor de vorming van een professionele veiligheidsorganisatie.
Onderlinge samenwerking moet ertoe bijdragen dat de kwetsbaarheid vermindert en de kwaliteit verbetert. Naast de realisering van deze doelen moet de samenwerking tussen de 7 gemeenten efficiencyvoordelen opleveren.
In opdracht van de burgemeesters hebben de secretarissen van Leek, Zuidhorn en De Marne de afgelopen maanden onderzocht of samenwerking van de 7 gemeenten leidt tot het behalen van de hier voor genoemde doelen. Zij concluderen dat uit bedrijfsmatig oogpunt een effectief samenwerkingsverband minimaal een grootte moet hebben van 75.000 inwoners.
De 7 gemeenten samen hebben circa 95.000 inwoners. Verder zijn de secretarissen van oordeel dat de door de burgemeesters genoemde inverdieneffecten (25% reductie op de formatie, berekend op basis van de brandweernorm Groningen) reëel lijken.
De reductie heeft betrekking op de zogenaamde “koude kant” van de brandweer. Daar wordt onder verstaan o.a. preventie, toerusting training van de blusgroepen, materieel en de leiding van de brandweerorganisatie. Dit in tegenstelling tot de “warme kant”, die te maken heeft met brandbestrijding en hulpverlening in de praktijk (blusgroepen).
De zeven gemeenten kennen in totaal 11 blusgroepen met vrijwilligers. Deze blusgroepen, die alle een postcommandant krijgen, blijven volledig in stand. De vrijwilligers blijven in gemeentedienst.
Voor de bestuurlijke en organisatorische opzet van het samenwerkingsverband wordt gekozen voor een bestuursconvenant.
Er wordt voor de zeven gemeenten een algemeen commandant aangesteld.
Alle professionele medewerkers en de algemeen commandant worden ondergebracht bij een van de zeven gemeenten (de “centrumgemeente”). De medewerkers worden op een plaats gehuisvest, in of in de nabijheid van een gemeentehuis. Onderzoek moet uitwijzen welke plaats het meest geschikt is.
De uitwerking van de voorgenomen gemeentelijke samenwerking is beschreven in een plan van aanpak. Voor de uitwerking van dit plan van aanpak, dus het concreet bouwen van de nieuwe brandweerorganisatie, wordt een kwartiermaker aangesteld.
De verwachting is dat deze kwartiermaker in het vierde kwartaal van 2007 met zijn werkzaamheden begint.
De gehele nieuwe brandweerorganisatie (bestuur, organisatie, personeel, huisvesting) is uiterlijk op 1 januari 2010 operationeel.
De komende tijd vindt terugkoppeling van de stappen die op weg naar de samenwerking worden gezet naar alle betrokkenen plaats. Hoewel voor hen weinig verandert, wordt in de informatieoverdracht bijzondere aandacht geschonken aan de positie van de vrijwilligers van de blusgroepen.
Ook op het gebied van de rampenbestrijding gaan de zeven gemeenten meer samenwerken. Samenwerking op het gebied van de rampenbestrijding leidt tot kwaliteitsverbetering en tot het verminderen van de kwetsbaarheid. De gemeenten brengen alle 7 dezelfde formatie in ten behoeve van de samenwerking. Voor een aantal betekent dit dat een beperkte uitbreiding van de personeelsinzet noodzakelijk is.
De ambtenaren rampenbestrijding blijven alle zeven in dienst van de eigen gemeente. Een van de gemeentesecretarissen zal belast worden met het verder vorm en inhoud geven van de samenwerking op het gebied van rampenbestrijding.
Het formele besluitvormingstraject met onder andere de ondernemingsraden en de gemeenteraden moet nog worden doorlopen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer Fennema, burgemeester van de gemeente Zuidhorn, telefoon 0594-508800.
__medium.jpg)
__medium.jpg)