Welkom in Zuidhorn, Wonen, Winkelen, Westerkwartier

GroenLinks over de raadsvergadering

Door : Henk Bakker
Datum : 25 juni 2014
Klaas wybo van der hoek

Een volle raadsagenda was het. Centraal stonden de agendapunten over het Sociaal Domein en de Huishoudelijke Hulp.
Drie moties van GroenLinks, mede ingediend met CDA, CU en PvdA, haalden een ruime meerderheid. Samengevat is het effect van deze moties dat de gemeenteraad beter greep krijgt en houdt op de effecten van het beleid. Zo kunnen -indien nodig- nog beter de mogelijk negatieve kanten van het nieuwe beleid bestreden worden.

In het Vragenuur stelde Alex Temmingh vragen over schaliegas en Klaas-Wybo van der Hoek over de cao van de gemeentewerkers.

Schaliegas
Alex Temmingh: ”Uit informatie aan de Tweede Kamer blijkt dat het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Milieu gezamenlijk aan een structuurvisie op het gebied van schaliegas werken. Deze moet in 2015 klaar zijn. Daaraan voorafgaand wordt een milieueffectrapportage opgesteld. In de structuurvisie zal onder meer worden beschreven op welke manier schaliegas mogelijk een rol kan spelen bij de overgang naar een meer duurzame energievoorziening.
Uit genoemde informatie blijkt dat naast een stuk van Zuidoost-Friesland ook een fors deel van de Friese Wouden met onder andere Smallingerland in beeld is als winningsgebied voor schaliegas.
Onze vragen:
•       Deelt het college de waarneming van de fractie van GroenLinks dat de gemeente Zuidhorn vooralsnog niet in beeld is voor schaliegas?
•       Is het college met de fractie van GroenLinks van mening dat mogelijke winning en opslag van schaliegas in de bodem van onze gemeente niet aan de orde is, zo lang er sprake is van negatieve milieueffecten?
•       Deelt het college de mening van de fractie van GroenLinks dat schaliegas per definitie geen overgang naar een duurzamer energievoorziening betekent?
•       Het college vraagt in een advertentie om opvattingen vanuit de samenleving. Is het college bereid zijn zienswijze aan het kabinet te laten weten?”
Het college stelde dat het met de fractie van GroenLinks eens is. Het zal de opvatting van de gemeente dat schaliegas wordt afgewezen aan het kabinet kenbaar maken.

Betere cao
Klaas-Wybo van der Hoek vroeg: “De ambtenaren hebben gestaakt voor een betere CAO. Het college is op het VNG-Congres geweest en heeft dat aan den lijve ondervonden. GroenLinks ziet in de inzet van de bonden zeer redelijke en goede aanknopingspunten. Er zijn meer stakingen aangekondigd, als er in september door de Vereniging Nederlandse Gemeenten, die namens de gemeenten als werkgevers de cao-onderhandelingen doet, en de bonden geen nieuwe CAO is afgesloten. Onze vraag:
•       Op welke wijze denkt het college tegen het licht van de landelijke CAO-strijd de verhoudingen hier, vooral in het eigen decentraal overleg met de eigen medewerkers, goed te houden in de komende maanden?” Het college waren de stakingen en de cao-strijd niet ontgaan. Het ziet wel kans om desondanks in Zuidhorn de goede sfeer en het goede overleg op peil te houden.

Sociaal Domein
Fractievoorzitter Klaas-Wybo van der Hoek voerde het woord bij het agendapunt over de Uitgangspunten voor het beleid op het gebied van het Sociaal Domein:
“Alle beleids-, bestuurders- en politieke taal over de revolutie op het Sociaal Domein ten spijt, uiteindelijk gaat het om wezenlijke en concrete keukentafel-vragen voor onze inwoners.
Bijvoorbeeld de vraag die me gesteld werd door een moeder met een dochter, die een ernstige anorexia-nervosapatiënt is: “Krijgt mijn dochter straks nog wel de goede professionele zorg en hulp? Er zijn maar twee instellingen in Nederland die haar kunnen helpen. Krijgen die twee instellingen op tijd een zorgcontract met al die 403 gemeenten in Nederland? Of zal mijn dochter door die bestuurlijke bedenksels van de kantoren en de vergaderzalen tussen wal en schip vallen?”

Op het Sociaal Domein is een revolutie gaande in Nederland. De decentralisatie en onverantwoorde bezuinigingen op dit domein laat men gepaard gaan met het invoeren van een andere visie. GroenLinks vindt de bezuinigingen, de combinatie van de operaties en de snelheid van de veranderingen onverantwoord van de landelijke politiek en het rijk. De gemeente is hier niet verantwoordelijk voor. Gelukkig neemt de gemeente wel de verantwoordelijkheid om er binnen die onverantwoorde kaders er het beste van te maken om onze inwoners niet in de knel te laten komen.

Onder dat gesternte hebben de ambtenaren en wethouders van de vier Westerkwartiergemeenten er inderdaad het beste van proberen te maken. Zij hebben heel hard gewerkt en een geweldige prestatie geleverd. Zij zijn in staat geweest om behoorlijk eendrachtig en met oog voor de verschillen in de gemeenten tot een zeer redelijke visie en een behoorlijke Uitgangspuntennota te komen! Dat is om verschillende redenen niet eenvoudig: het gaat om een voor Nederland en onze gemeente zeer grote en ingewikkelde operatie met verschillende ingewikkelde beleidsterreinen die op een bepaalde wijze sterk met elkaar samenhangen en op elkaar ingrijpen. Daarbij is er ook nog samengewerkt met de andere Groninger gemeenten en de provincie.

Dat gezegd hebbend, hebben wij wel de nodige kritiekpunten en zorgen. Wij laten deze uitmonden in enkele moties. Onze kritiek en moties zijn bijdragen om voor die moeder en al onze inwoners het beleid beter te maken en voor hen de risico’s te verkleinen.

De “Uitgangspuntennota Transitie Sociaal Domein” is een erg algemeen geformuleerd stuk met een abstract gehalte. Het is duidelijk een ambtelijk-bestuurlijk stuk. Het is opgesteld met de opdracht dat de vier samenwerkende Westerkwartiergemeenten zich er zich alle vier in kunnen herkennen. Voor ons blijft onderbelicht wat de gemeente Zuidhorn nu voor haar specifieke situatie wil en waar ze voor staat.
Dat uit de nota destilleren is nog niet zo eenvoudig.
Illustratief voor het hoge ambtelijke gehalte van de transities is de vorming van maar liefst 11 werkgroepen. We vragen ons af of dat niet een tandje minder had gekund en wat dit betekent voor de onderlinge samenhang: er is natuurlijk onderlinge overlap en hoe vindt dan afstemming plaats?

Onder de nota ligt wel een bepaald mens- en maatschappijbeeld. Het mensbeeld is opgewekt: de inwoner die aan het sociaal domein deelneemt moet  mondig zijn en goed opgeleid zijn om zelf de regie te voeren. Ongeveer het mensbeeld volgens het Angelsaksische model. De maatschappij is een samenleving waarin een ieder een sociaal netwerk heeft. Ongeveer het Rijnlandmodel.
Volgens GroenLinks zit de wereld ook nog wel wat ingewikkelder in elkaar. Wij vinden dat kwetsbare inwoners en mensen op de pechstrook van de samenleving tussen wal en schip dreigen te vallen. We moeten dit echt voorkomen. Dit streven hebben wij samen met het CDA en CU bondig verwoord met het concept van de “Inclusieve Samenleving”: het antwoord op de doorgeschoten participatiemaatschappij van dit kabinet.

Zeker is dat de eigen verantwoordelijkheid van de burger, zijn eigen kracht en zijn eigen netwerk de oplossing moet beiden voor vele zorgen. Bij vragen of problemen zijn er professionals beschikbaar, maar waar en wie is al een stuk minder helder.

Het is goed dat de 0de en 1ste lijns-organisaties/werkers het moeten gaan doen en een sterk beleidsaccent krijgen is logisch en goed.  Concreet wordt dat niet gemaakt. Datzelfde geldt voor dat éne loket: een mooi streven. Hoe dat precies gerealiseerd gaat worden en door wie bemenst, is niet uitgewerkt.

Van de burger wordt heel veel verwacht. Er wordt aangegeven dat de veranderingen voor de inwoner grote gevolgen hebben. Hij/zij zal een leerproces moeten doormaken. Dat kost veel tijd.  Of die inwoner die tijd gegund is. Er zal door de gemeente geïnvesteerd moeten worden in die 0de en 1ste lijn om alles in goede banen te leiden. De kost gaat voor de baat uit. Daar lijkt onvoldoende aandacht voor te zijn. Dan wordt goedkoop duurkoop.

Een uitwerking van de Uitgangspunten in multidisciplinaire dorpsteams/sociale teams wordt niet gegeven, wel een beetje tussen de regels door gesuggereerd.
Op dorps- en wijkniveau zal er samengewerkt moeten worden door sociaal cultureel werk, jongerenwerkers,  maatschappelijk werk, ouderenwerkers, wijkverpleegkundigen, aangevuld met sociaal psychiatrisch verpleegkundigen en jeudhulpverlening, medewerkers van MEE.  Op afroep moeten de GGD, Lentis etc. beschikbaar zijn. Dit alles met verwijzingsmogelijkheden door de huisarts of vanuit het WMO-loket. Breng een aantal van deze disciplines bij elkaar onder eenduidige aansturing en laat ze goed samenwerken met dorpsbelangen en andere maatschappelijke organisaties.
Zoiets concreets mist de fractie van GroenLinks.
Zo’n benadering geeft richting aan de te voeren discussie. Die wordt node gemist binnen de Uitgangspuntennota vindt GroenLinks.
De vorming van multidisciplinaire dorpsteams/sociale teams is een voorwaarde om tot succes te komen. Ook om de gewenste ontschotting te bevorderen. Waarom dan niet zo benoemd en alles vaag en open houden?
Wij toetsen de verdere uitwerking zeker aan dit deel van onze visie.

Samengevat naar de belangrijkste punten waar onze instemming gevraagd wordt:
-De vier uitgangspunten. We hebben bij deze vier Uitgangspunten gezocht naar wie het allemaal om gaat: de cliënt/patiënt. We hebben hem/haar niet gevonden in de uitgangspunten. We vinden dat deze toch expliciet genoemd moet worden.
Over het voorgestelde beleid voor het persoonsgebonden budget zijn wij erg kritisch. Dat is namelijk erg beperkend. We komen daar op terug. Voor het overige kan GroenLinks zich goed vinden in de logische en goede uitgangspunten.
-Er bestaan grote risico’s bij de decentralisatie van het Sociaal Domein. Voor de uitvoeringsrisico’s wordt de gemeente verantwoordelijk. In de nota is te weinig geborgd dat wij zicht krijgen en houden op de risico’s. Onze motie dicht dit wak in de nota. Bij de grote projecten (Dorpskom, Oostergast, Brede School) krijgen wij regelmatig rapportages. De transitie en transformatie zijn nog groter dan de grote projecten en zij verdienen dus ook zo’n rapportagesysteem als bij de projecten met de stenen.
-Er wordt voorgesteld bovenwettelijke eisen te stellen aan het persoonsgebonden budget (pgb). Deze benadering druist in tegen de filosofie van de nota: de inwoner voert zijn eigen regie. Wij snappen de angst voor het pgb vanwege de fraudezaken. Maar daar zijn die nieuwe wettelijke voorwaarden tegen bedoeld. Vandaar onze motie.
-Het college stelt voor ons solidair te verklaren in het Westerkwartier “zowel financieel als op beleidsniveau”. Het klinkt ons als muziek in de oren. Maar laten we ook niet al te naïef zijn: in hoeverre strekt zich deze (financiële) solidariteit tussen de Westerkwartier-gemeenten precies uit? Hoe hoog kan de rekening worden voor Zuidhorn?
-Uiteindelijk gaat het om de vraag wat voor samenleving maken wij met de decentralisatie van het Sociaal Domein. Kiezen we het Angelsaksische model, waarbij de volgens “healthy aging” ouder wordende welgestelden zich in “gated communities” laten omringen door goede zorg, omdat zij meer centen hebben, assertiever zijn en beter weten hoe zij toegang krijgen tot de zorg? Of kiezen we het Rijnlandmodel, waarbij het gemeenschapsgevoel en de verdelende solidariteit ons ook belangeloos leert omzien naar elkaar? Of wordt de gehele decentralisatie een mislukking, waarbij de kosten onbeheersbaar worden en elk zorgrecht juridisch bevochten wordt? GroenLinks wil werken aan een Rijnlandmodelbenadering. Om dat mogelijk te maken zijn sterke verbindingen nodig met andere beleidsterreinen: bijvoorbeeld woningbouw, mobiliteit, kernenbeleid. Kortom: de “Inclusieve Samenleving”, juist op het Sociaal Domein.

Wij zijn ontzettend blij dat we met het vaststellen van deze nota ook instemmen met het inrichten van een financieel vangnet voor onze inwoners. En daarmee nemen we lokaal wel de verantwoordelijkheid, waar nationaal er welbewust het risico van gaten in het vangnet worden gelaten. De moeder met haar dochter, die een ernstige anorexia-nervosapatiënt, kunnen gerust zijn. In ieder geval voor 2015. GroenLinks vindt dat de gemeente hen ook na dat transitiejaar de beste begeleding en zorg moet gaan garanderen.”

Huishoudelijke Hulp
Alex Temmingh leverde de GroenLinks-bijdrage bij het punt “Notitie Hulp bij het Huishouden 2015 Westerkwartier”:
“In 2015 krijgen gemeenten 40% minder budget voor de hulp bij het huishouden (HH). Vanuit dat oogpunt dus begrijpelijk dat er ingrijpende keuzes gemaakt moeten worden.
In de notitie worden vier scenario’s geschetst om dat bezuinigingsdoel te bereiken.
Wij zijn het met college en de WMO-adviesraden in de Westerkwartiergemeenten eens dat scenario 1 (de kaasschaafmethode) en scenario 4 (alles laten zoals het nu is) geen reële opties zijn.
Wij hadden na lezing dezelfde twijfels als de WMO-adviesraad in Leek voor wat betreft de keuze tussen scenario 2 en 3.
Maar wij zijn overtuigd door de aanvullende argumentatie in de memo dat de gemeenten het gekorte budget bij scenario 3 aan een aanbieder zouden geven die vervolgens de indicatie stelt. Weliswaar worden ook in dit scenario mensen meer aangesproken op hun eigen kracht, maar de regie ligt in dit scenario meer bij de aanbieder dan bij de cliënt en daarvan is de fractie van GroenLinks geen voorstander. Liever nog bij de cliënt dan bij de aanbieder.
Al is het kiezen uit twee kwaden.

Het argument dat de verwachting is dat scenario 2 de meeste kans biedt om de bezuiniging van 40 % te halen, vinden wij dan weer minder sterk. Want die bezuiniging, daar gaat het natuurlijk om. Ook daar nemen de gemeenten hun verantwoordelijkheid onder dwang van rijksbeleid, collega Klaas-Wybo van der Hoek heeft daar zojuist al op gewezen.

De ideologie, zoals die al eerder is verwoord in de Visie op het sociaal domein Westerkwartier van de betreffende gemeenten, vormt de grondslag voor deze notitie over de huishoudelijke hulp.
En die ideologie schiet in onze ogen door: de WMO-adviesraad spreekt over utopia en dat was exact het woord dat mij door het hoofd schoot. En naïef: er wordt veel te veel verwacht van vrijwilligers en netwerken, waarbij het geheel wordt doorspekt met neoliberale kretologie als zelfredzaamheid, zelf de regie voeren en uitgaan van eigen kracht. Allemaal prima, maar vergeten wordt dat het om vaak kwetsbare mensen gaat, zonder een redelijk eigen netwerk.
Juist op dit moment zijn er spotjes op televisie van ouderen die na een val vaak een dag op de grond liggen, omdat niemand ze eerder opmerkt.
Zelfredzaamheid gaat voorbij aan een probleem van deze tijd, dat alleen maar groter zal worden: eenzaamheid.

Wij zijn het eens met die adviesraden die stellen dat de scheiding tussen HH1 en HH2 irreëel is. Veel HH1-cliënten zullen nu dan ook ‘doorgroeien’ naar HH2, met alle financiële gevolgen van dien. Het grote voordeel van HH1 was echter wel dat dat een tijdig zicht gaf op problemen bij kwetsbare mensen, het bood de kans op een kijkje achter de voordeur bij mensen die zelf niet goed meer in staat zijn te beoordelen wat ze nog wel en niet kunnen. In een tijdig stadium. En dat dreigen we nu kwijt te raken.Daarom lijkt het ons goed de nieuwe situatie, bijvoorbeeld na een jaar te evalueren. Dan kan de gemeenteraad zo nodig bijsturen. Daarvoor dien ik een motie in.”

Participatiewet
Klaas-Wybo van der Hoek met zijn bijdrage over de Participatiewet:
“Werk voor iedereen: dat is het uitgangspunt van GroenLinks.
Het college stelt voor de invoering van de Participatiewet een koerswijziging voor. Eigenlijk zetten we een paar stappen terug, omdat er herindelingsplannen zijn. Als je deze beweging goed doordenkt, stapelen zich de argumenten tegen herindeling op. Immers: een gemeente Westerkwartier lost het schaalprobleem bij de uitvoering van de Participatiewet niet op. Sterker nog: het zet de klok terug voor een deel van de gemeenten van het Westerkwartier. Zo’n herindeling zou toch dit soort problemen oplossen? Nu blijkt dat zo’n herindeling grotere problemen veroorzaakt.

GroenLinks wil zich eigenlijk niets aantrekken van al die bestuurlijke en overbodige en vooral kosten opdrijvende drukte. Gewoon samenwerken, als de inwoners daar beter van worden. We merken toch dat er nog te veel vanuit het wedijver-, misschien beter geformuleerd: concurrentiemodel wordt gedacht in plaats van in het belang van de publieke zaak. En dat mevrouw Marianne Sint, de “Ambassadeur van gemeentelijke samenwerking”, de betrokken gemeenten een lesje in herindelen moet geven, is toch wel bijzonder.

Het advies van Sint is overigens ook niet altijd helder: enerzijds is het uitgangspunt dat de inhoudelijke basis voor samenwerking moet worden gevonden on de sociaal-economische verbinding van inwoners, anderzijds adviseert ze om “vanuit Westerkwartierperspectief de samenwerking op inhoud te onderzoeken met die gemeenten die een gedeelde opgave kennen voor het verzorgingsgebied van de inwoners”. Wat zegt ze hier nu eigenlijk? Heb je nu een inhoudelijk perspectief of een geografisch? We kunnen het ons voorstellen als gemeenten daar geen chocola van kunnen maken.

GroenLinks vindt het erg jammer dat de nieuwe dienst er -voorlopig?- niet komt. Het is goed dat Novatec en Novawork -mede als gevolg daarvan- blijven bestaan. Laat bij die voorlopigheid en al die bestuurlijke discussies ook op dit terrein niemand tussen wal en schip vallen! Dat is een eis die GroenLinks aan alle veranderingen stelt.

Gezien al het gedoe en een bepaalde onduidelijkheid, kunnen we leven met deze koerswijziging als tussenstap. Daarbij geven we onze kritiek dus nadrukkelijk mee als stimulans om het belang van de mensen die werkloos zijn en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt voorop te stellen.
Wij willen een beleid duidelijk gericht op minder en eigenlijk geen werklozen in onze gemeente en ook een passende plek voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat betekent dus ook nu echt eens een beter lokaal werkgelegenheidsbeleid!

Op het beleidsterrein van de Participatiewet geldt dat hier de arbeidscultuur in de samenleving zal moeten veranderen.
Het moet normaal worden dat niet alleen de “rat race” van de productiviteit voorop staat, maar de inclusieve organisatie en samenleving. Ook de mensen die wat langzamer zijn en heel specifieke talenten hebben, hebben een heel productieve functie in de totale arbeidsorganisatie. De productiviteit zal daarom ook op een andere manier gemeten moeten worden. Winst moet niet alleen in euro’s worden uitgedrukt, maar ook in het de toename van het bedrijfsgeluk en het bruto nationaal geluk.
Wat zeker helpt, is een stevige verschuiving van belasting op arbeid naar milieuvervuiling en kapitaal.
Arbeid moet goedkoper worden door de belasting erop te verlagen en dus niet om de lonen te verlagen. De werkgelegenheid neemt dan toe en de lonen kunnen omhoog. Dat is goed tegen de armoede, goed voor een duurzame economie en goed voor groene groei.
Gelukkig komen wij intussen steeds meer  werkgevers en werknemers tegen, die zo denken over hun bedrijf of instelling, maar ook in deze geest handelen.
In die cultuurverandering moet het college en de gemeenteraad investeren. De gemeente kan hierin als werkgever bovendien het goede voorbeeld geven.”

 





Columns Zuidhorn