Welkom in Zuidhorn, Wonen, Winkelen, Westerkwartier

COLUMN van Piety; “Maar toch 1”

Door : Piety Veenema
Datum : 2 november 2010

Het was me het jaar wel. Twee maanden voor Oud en Nieuw, heb ik er even genoeg van. Niet van het leven hoor. Nee, ik heb even genoeg van de dood.

Begin januari begon het al. Bladerend door de krant stokte mijn adem bij een rouwbericht. Nee, dit kan niet, dacht ik. Niet zij, met wie ik in mijn jonge jaren zo’n leuke tijd had bij de plattelandsvrouwen. Maar ik herkende de namen van haar kinderen. En haar eeuwige gedrevenheid waarover ze spraken in het rouwbericht.

In diezelfde maand namen we afscheid van onze 93-jarige tante die niets liever wilde dan bij haar overleden echtgenoot te zijn. Kort daarna hoorde ik van twee zeer gewaardeerde docenten dat hun partner ernstig ziek is. De ene vrouw heeft longkanker, veel te laat ontdekt. En bij de andere heeft de borstkanker – die zij dacht te hebben overwonnen - opnieuw zijn klauwen in haar gezet. Amper bekomen, kwam ik een kennis tegen bij de C1000. Haar man had net de laatste chemokuur gehad.

Lieve lezer, een vrolijke column wordt dit niet. Als u afhaakt kan ik me dat voorstellen want begin juni overleed een plezierige collega van mij door complicaties na een hartoperatie. In een volle kerk namen we afscheid van hem. Daarna was de vrouw van onze huisschilder aan de beurt. Haar strijd tegen die rotziekte was niet te winnen evenals de slopende longkanker waaraan vervolgens de man van een nicht overleed.

Op het werk leefden we intens mee met een collega. Haar vader was na een hartstilstand gereanimeerd, een week van hoop en vrees eindigde in diepe rouw.
Onlangs schrokken we op van gillende sirenes en zwaailichten, drie huizen bij ons vandaan. De hulp voor onze buurtgenoot, toevallig de vader van wéér een goede collega, kwam te laat. Samen met haar stond ik bij zijn open kist.

Ik denk aan mijn oude oom bij wie Alzheimer nu permanent op bezoek is. En aan een vriendin van vroeger, die borstkanker heeft. En aan de vele ziekte- en doodsberichten van mensen die ik oppervlakkig ken, waar ik kon volstaan met het sturen van een meelevende kaart. Maar toch…

Ging de dood maar een jaar met vakantie.
Ach, het is maar goed dat ik het niet voor het zeggen heb. Er zijn immers ook mensen die zó ernstig lijden dat de dood een verlossing is. Een welkome vriend.

Vanmorgen bekeek ik onze trouwfoto’s. Van de 180 bruiloftsgasten in 1979 is al een kwart niet meer onder ons. En dat zal, naarmate we ouder worden, alleen nog maar toenemen. De dood hoort nu eenmaal gewoon bij het dagelijkse leven. Zo weet ik nu al dat ik deze week naar de winkel moet om mijn voorraad “meeleef”- kaarten weer aan te vullen. Maar toch…

Piety Veenema 02-11-2010

 





Columns Zuidhorn