Onderzoeker Henk Hasper gaat eind deze maand een test uitvoeren om te bepalen waar de geluidsbron zit die bewoners rond een Groningse aardgaslocatie al jaren geluidsoverlast bezorgt. Met de resultaten in de hand hoopt Hasper een meer gedegen onderzoek af te dwingen dan tot nu toe is verricht naar de oorzaak van de hinder.
Enkele Groningse burgers strijden al een paar jaar tegen geluidshinder door laagfequente tonen die zij horen en voelen, en waarvan zij het vermoeden hebben dat deze afkomstig zijn van gasinstallaties in Grijpskerk. In Grijpskerk is een ondergrondse opslag van de Nederlandse Aardoliemaatschappij (Nam) en een meet- en regelstation van Gasunie. Eerder zijn er al drie onderzoeken door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium (NLR) verricht naar de oorzaak van de hinder, maar volgens de betrokken Groningse burgers mankeerde er het nodige aan de opzet van die (door de Nam betaalde) onderzoeken.
Henk Hasper deelt de kritiek en gaat nu "uit beroepsmatige interesse" bij een aantal woningen rond de Grijpskerlocatie een nieuwe meting verrichten. Hasper is een gepensioneerd wetenschapper die voorheen verbonden was aan de Rijksuniversiteit Groningen, onder andere op het gebied van fysische informatica, dat Hasper samenvat als alles dat "met goed meten" te maken heeft. Hij is tegenwoordig werkzaam als automatiseringsdeskundige bij CTIsa. Hasper heeft inmiddels in een aantal woningen, waaronder de zijne, hooggevoelige microfoons geplaatst en is deze nu aan het testen. Vanaf eind deze maand verwacht hij gedurende een of twee weken meetdata te verzamelen.
Met de zo te verzamelen gegevens verwacht Hasper in staat te zijn de locatie van de bron van de waargenomen laagfrequente tonen tot op zo'n 100 tot 300 meter nauwkeurig te kunnen bepalen. Hij zal namelijk vergelijken op welk exact moment bepaald geluid met een bepaald frequentie en 'gedrag' zich voordoet, en kan dan traceren waar het vandaan komt. Haper woont weliswaar in de omgeving, maar ervaart niet dezelfde last als sommigen. "Ik heb vanuit mijn beroep belangstelling voor een goede meting. Het kan heel goed zijn dat de Nam gevrijwaard wordt", benadrukt hij.
Na analyse van de meetgegevens verwacht Hasper eind februari een "voorlopig rapport" op te kunnen stellen. Als de data een "eenduidige conclusie" opleveren, wil Hasper met het rapport proberen een "beter onderzoek" naar de bron van de hinder af te dwingen. Dat onderzoek mag wat hem betreft wel door het NLR worden uitgevoerd, maar dan met een andere opdrachtgever -bijvoorbeeld het ministerie van Infrastructuur en Milieu- en in samenspraak met "experts die inzicht hebben in de problematiek" van laagfrequent geluid.
Betteke Clobus -De Haan, een van de mensen die ernstige hinder ervaren, is erg blij met de steun uit de hoek van Hasper. "Dit onderzoek doen we binnen in onze woningen. Dat is zo belangrijk, want dat is waar we het geluid waarnemen."
©, Energeia, 2013
__medium.jpg)
